Opschorting interlandelijke adoptie ongefundeerd

Uit de beantwoording van Kamervragen en een brief van de commissie blijkt dat er geen redelijke grond is voor opschorting van interlandelijke adoptie. De Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie roepen daarom de minister en de Tweede Kamer op om de tijdelijke adoptieopschorting met onmiddellijke ingang ongedaan te maken.

 

Op 12 mei 2021 heeft minister Dekker antwoord gegeven op de Kamervragen het op 8 februari 2021 verschenen rapport van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie over adopties in de periode 1967-1998 en de periode na 1998.  Uit de beantwoording van de vragen die gesteld zijn, maar vooral uit de reactie van de commissie zelf (zie bijlage

TK-bijlage-reactie-cie-Joustra-op-de-brief-minister-voor-rechtsbescherming)

blijkt dat er geen redelijke grond is voor de opschorting van interlandelijke adoptie.

 

Rapport trekt onjuiste conclusies en schetst een incorrect beeld over de periode na 1998

 

De Vergunninghouders zijn na het lezen van de brief die de Commissie op

18 maart 2021 heeft verzonden, geschokt over hetgeen de Commissie als het meest relevante bronmateriaal betitelt.  De stelling dat kwetsbaarheden in het systeem zich hebben gemanifesteerd in misstanden in de periode na 1998 vormt de basis voor het advies aan en het besluit van de minister.

Ambtenaren van het ministerie hebben in de technische briefing op 11 februari jl. de Kamerleden geïnformeerd dat zij sinds 2008 geen misstanden meer hebben waargenomen in het gereguleerde adoptietraject.

Dit komt mede, omdat Het Haags Adoptie Verdrag een positieve invloed heeft op de kwaliteit van adoptieprocedures, het voorkomen van misstanden en de internationale samenwerking.  Dit geeft de minister zelf ook aan in de beantwoording.

 

Er zijn door de Commissie signalen waargenomen in oude nieuwsberichten, Kamervragen en uit gesprekken met individuen. Echter; er heeft geen hoor en wederhoor plaatsgevonden. De minister bevestigt  in zijn beantwoording dat er geen validering is geweest. Dit betreuren de Vergunninghouders ten zeerste en wij vinden dit een onzorgvuldige handelswijze. Wij hadden hier op alle mogelijke manieren aan mee willen werken. Hierdoor zijn opmerkingen en meningen uit individuele gesprekken, krantenartikelen en nieuwsberichten uit het verleden en Kamervragen door de Commissie als vaststaande signalen voor misstanden gepresenteerd zonder enige vorm van nadere duiding.

Het gevolg is dat er onjuiste conclusies zijn getrokken en dat een ongefundeerd en incorrect beeld ontstaat op basis waarvan zeer ingrijpende beslissingen zijn genomen.

 

De toekomst van adoptie

 

Het beleidsbesluit met de tijdelijke adoptieopschorting, heeft verstrekkende gevolgen gehad en grote schade berokkend aan kinderen in kwetsbare situaties, aan geadopteerden (waaronder kinderen) en hun families, aan de internationale samenwerking en aan de betrokken organisaties.  Mede na aanleiding van de beantwoording van de Kamervragen en de zeer zwakke en discutabele toelichting van de Commissie constateren de Vergunninghouders dat meer dan duidelijk is gemaakt dat Nederland goed in staat is gebleken om de zorgvuldigheid van interlandelijke adopties naar Nederland maximaal te waarborgen en daar waar nodig in te grijpen.

Het is een doorlopend proces om er voor te zorgen dat in het systeem van adoptie de zorgvuldigheid van procedures en de belangen en veiligheid van de kinderen en alle betrokkenen te waarborgen. Dit maakt dagelijks onderdeel uit van de inzet van de Vergunninghouders en vanzelfsprekend zijn wij ook nu weer te allen tijde bereid, samen met het ministerie en andere partners, te kijken naar verbeteringen.

Op de websites van de vergunninghouders kunt u een nadere meer specifieke toelichting vanuit de individuele organisaties vinden.

 

De Vergunninghouders

 

Adoptiestichting A New Way, Nederlandse Adoptie Stichting, Stichting Wereldkinderen en Stichting Meiling