Reactie van Meiling op de brief van de commissie Joustra aan Minister Dekker

Op 12 mei is een brief van de Commissie Joustra, gedateerd 18 maart 2021, openbaar geworden, waarin de Commissie antwoord geeft op 2 vragen die minister Dekker aan de Commissie heeft gesteld:

  1. Kunt u de signalen uit de tabel met betrekking tot landen waaruit nog wordt geadopteerd van een nadere onderbouwing of duiding voorzien?
  2. Kunt u het verband tussen de genoemde signalen en de stelling dat mistanden tot op de dag vandaag voorkomen van een nadere toelichting voorzien?

In deze brief geeft de Commissie volgens haar eigen zeggen de meest relevante bronnen die zij hebben voor de onderbouwing van de kwalificatie “misstanden”. 

 

In deze reactie gaat Meiling kort in op de voor de actieve adoptielanden van Meiling relevante informatie in de brief.

 

Meiling constateert dat er, ondanks opname van Taiwan in het rapport van de Commissie Joustra, door de Commissie in haar rapport en de aanvullende brief geen enkele bron wordt vermeld voor vermeende misstanden in Taiwan.

 

Meiling constateert verder dat de door de Commissie aangeleverde bronnen voor China geen enkele onderbouwing vormen voor de zware kwalificatie “misstanden die tot op de dag van vandaag voortduren”, die mede heeft geleid tot de beslissing om de adopties op te schorten. Enkele bronnen waren voor Meiling op korte termijn niet traceerbaar. De meeste bronnen waren dat overigens wel. Alle traceerbare bronnen geven geen indicatie voor misstanden in de laatste 14 jaar.

 

Wat er in “interviews met de commissie” is ingebracht, om welke periode dat ging en of er sprake is van feiten of meningen is door Meiling niet na te gaan. Wat Meiling wel vaststelt is dat het merendeel van de door de Commissie aangehaalde bronnen die leiden tot de kwalificatie “structureel gesignaleerde misstanden” bestaan uit losse mediaberichten en verslagen die teruggrijpen op één en dezelfde, reeds lang bekende probleemsituatie in de jaren 2002-2005 in de provincie Hunan in China. Op deze problemen is actie genomen door de Chinese overheid en de Nederlandse autoriteiten hebben de adoptieprocedures fors aangescherpt. China heeft in 2006 het Haags Adoptie Verdrag geratificeerd.

Dit geldt in ieder geval voor het tot 3x toe als bron vermelde artikel van Beth Loyd uit 2008, het artikel van Peter Goodman uit 2006, de Kamervragen van Kooiman uit 2011, en het werkbezoek van Justitie uit 2006 en de artikelen uit het BD van 12 maart 2008, en ANP van 14 maart 2008.

 

De commissie haalt in haar brief als “bron voor misstanden” verschillende Kamervragen aan. Uit de antwoorden op deze Kamervragen blijkt al dat het niet om structurele misstanden gaat of zelfs in het geheel niet over misstanden handelt. Zo wordt in de berichtgeving geconstateerd dat er in China steeds minder behoefte is aan buitenlandse adoptie-ouders voor gezonde kinderen. De reden hiervoor is dat meer kinderen nationaal geadopteerd kunnen worden – zoals ook de voorkeur heeft volgens het Haags Adoptie Verdrag. Meiling is om die reden in 2009 al gestopt met aanvragen voor adoptie van gezonde kinderen uit China. Tegenwoordig vinden alleen nog special needs adopties plaats. Dat de Commissie Kamervragen hierover aanmerkt als “bron” voor signalen over kinderhandel is onbegrijpelijk.

 

Het opschorten van adopties is een zeer ingrijpende beslissing. Deze beslissing verkleint de ontwikkelingskansen van kinderen in een moeilijke situatie, voor wie interlandelijke adoptie een laatste kans op opgroeien in een hecht gezin vormt. Uit diverse wetenschappelijke studies komt duidelijk naar voren dat opgroeien in instellingen kinderen fysiek, cognitief en sociaal-emotioneel grote schade bezorgt. Opgroeien in een stabiel, duurzaam gezinsverband kan kinderen voor deze schade behoeden en kan zelfs voor een groot deel (als op tijd wordt ingegrepen) al toegebrachte schade herstellen.  Dat geldt ook indien voor het kind geen mogelijkheden zijn om op te groeien in een gezin in het land van herkomst. Interlandelijke adoptie kan voor sommige kinderen dus kansen geven op een gunstige ontwikkeling, waar zij anders van verstoken zouden blijven. Het welzijn van interlandelijke geadopteerden in Nederland is gemiddeld heel goed.

 

Meiling constateert dat bij deze beslissing niet alleen geen rekening is gehouden met de vele, wetenschappelijk aantoonbare positieve effecten van adoptie, maar dat er ook geen grond bestaat voor de kwalificatie “signalen voor misstanden die tot op de dag van vandaag voortduren”.

 

Nu dit duidelijk is roept Meiling de Minister en de Tweede Kamer op om deze ingrijpende beslissing zo snel mogelijk terug te draaien.

 

Bestuur Meiling